Blessurepreventie
Wat doet kou met je lichaam?
De winter is in aantocht. Of het een strenge winter wordt moeten we nog afwachten. Maar dat kou grote invloed heeft op het functioneren van onze spieren én op de prestatie is zeker. Lees wat er in je lichaam gebeurt tijdens kou en hoe je jezelf hier het beste tegen kunt wapenen. Een gewaarschuwd mens telt voor twee!

Een daling van 7 graden kan fataal zijn
Wat voor de een comfortabel voelt is voor de ander al snel te koud. Kou kan dan ook het beste worden omschreven als een situatie waarbij de lichaamstemperatuur (normaal gesproken gemiddeld 37 graden) daalt en de homeostase (balans in het lichaam) wordt verstoord. Wind, lage temperaturen en vochtige lucht dragen bij aan kou. Een daling van slechts 2 graden in lichaamstemperatuur kan al voor problemen zorgen. Bij 30 graden bestaat er een aanzienlijke kans op overlijden.
Koude handen en voeten
Het lichaam gebruikt een aantal mechanismen om te voorkomen dat de lichaamstemperatuur daalt onder koude omstandigheden. Een van deze mechanismen is vasoconstrictie, letterlijk bloedvatvernauwing. Hierdoor kan er minder bloed naar de ledematen stromen en blijft het warme bloed dicht bij het lichaam. Met als gevolg de bekende koude handen en voeten. Een tweede manier om een daling in lichaamstemperatuur tegen te gaan is rillen. Rillen is niets anders dan het onvrijwillig en snel samentrekken van spieren. Dit kost energie en levert warmte op, tot wel vijf keer de normale waarden.
Meer en dieper ademhalen in de kou
Een andere reden waarom inspanning in de kou meer energie kost heeft te maken met je ademhaling. De verdamping van zweet op je lichaam zorgt voor afkoeling. Maar ook je ademhaling speelt hierbij een belangrijke rol. De lucht die je inademt bevat vocht. Vocht dat wordt verwarmd door je lichaam en weer wordt uitgeademd. De warmte die op die manier verloren gaat zorgt er ook voor dat je lichaam afkoelt. Als de lucht erg koud en erg droog is haal je meer en dieper adem dan bij warme, vochtige lucht. En dus verlies je meer warmte. In de bergen met koude en droge lucht kun je zo meer warmte verliezen via je ademhaling van door de verdamping van zweet.
Minder kracht in de kou
Voordat een spier samentrekt en kracht kan leveren moet er een signaal van de hersenen, via de zenuwbanen naar de spier gaan. Bij kou werken deze signalen minder goed dan onder warmere signalen. Hierdoor is het signaal dat spieren opdracht geeft samen te trekken minder snel en minder effectief. Met als gevolg een vermindering van kracht en moeite met het uitvoeren van fijne motorische handelingen. Wel eens geprobeerd met koude vingers een slot te openen? Bij ouderen reageert het zenuwstelsel minder snel op kou- of warmte. Hierdoor blijft de maximale kracht onder koudere omstandigheden bij ouderen beter gehandhaafd.
Springen en sprinten in de kou
Bij het leveren van maximale kracht zoals tijdens sprinten of sprinten moeten alle spiervezels gelijktijdig en volledig worden geactiveerd. Omdat juist deze snelle en volledige activatie gehinderd wordt door kou worden sprint- en springprestaties meer aangetast dan duurprestaties. Bij duurprestaties is er ook eerder sprake van een te hoge temperatuur die de prestatie belemmert. Zo laat een grootschalig onderzoek onder marathonlopers zien dat er snellere tijden worden gelopen bij een temperatuur van 5 graden. Bij temperaturen hoger dan 15 graden waren de meeste lopers aanzienlijk langzamer. De meeste sprinters functioneren pas goed bij temperaturen boven de 15 graden.
Rokers meer problemen in de kou
Dat roken een flink aantal nadelige effecten heeft op je gezondheid is niets nieuws. Maar wist je dat rokers ook meer problemen hebben in de kou? Waarschijnlijk heeft dit te maken met een slechtere conditie van de bloedvaten en dus minder mogelijkheid tot aanpassing in koude of warme omstandigheden. Ook alcohol heeft een negatieve invloed. Het remt de ril-reactie van het lichaam bij kou, verlaagt de lichaamstemperatuur en voorkomt dat je goed aan kunt voelen hoe koud je eigenlijk bent.
Dehydratie; ook in de kou!
Dat je voldoende moet drinken en het risico loopt op dehydratie in warme omstandigheden is algemeen bekend. Maar ook als het koud is moet je zorgen dat je voldoende vocht binnenkrijgt. Koude lucht is namelijk bij uitstek droge lucht. Koude lucht kan namelijk weinig vocht vasthouden. Dit kan ervoor zorgen dat je bij inspanning in de kou makkelijker vocht verliest (het zweet op je lichaam verdampt snel) én meer risico loopt op dehydratie. Bovendien zorgt kou ervoor dat je minder gevoelig bent voor dorstsignalen van het lichaam.
Core Stablility training
Wat is Core Stability Training?
= het trainen van de stabiliteit van de kern van het lichaam. De kern van je lichaam bestaat uit je romp en is het deel van je lichaam waar het lichaamszwaartepunt zich bevindt en de basis van waaruit je bewegingen maakt. De stabiliteit van je romp is afhankelijk van 3 systemen:
- actief systeem: de spieren.
- passief systeem: de botten, banden en gewrichtskapsels.
- neuraal systeem: het zenuwstelsel (aansturingmechanisme van de spieren).
- De BASIS, die bestaat uit losse oefeningen.
- De COMBINATIE, die bestaat uit twee losse oefeningen die met elkaar worden gecombineerd; bijvoorbeeld in kruiphouding - rug afwisselend bol en hol maken (oef. 1) en vervolgens in neutrale stand linkerbeen en rechterhand uitstrekken en ondersom (oef. 2)
- De FLOW, die bestaat uit meerdere oefeningen die in elkaar overlopen; bijvoorbeeld stand op twee benen met voeten op schouderbreedte – ga nu op je rechterbeen staan (ooievaar) (oef.1) vervolgens strek je je linkerbeen naar achteren en je bovenlichaam buig je naar voren met evt. je armen gespreid (oef.2) en nu zak je nog langzaam door je rechterbeen en kom weer je weer op (oef.3) Dan weer langzaam terug naar de beginpositie en wisselen van kant.
- Staan op twee voeten op heupbreedte: ga nu op één been staan en oefen dit bijvoorbeeld als je je tanden poetst. Op je linkerbeen de bovenkant (1 min.) op rechterbeen de onderkant (ook 1 min.); let hierbij op dat je niet “wegzakt” op je standbeen!
- In zit: beide handen op je knieën leggen en tegenduwen – dus je handen duwen tegen je knieën en ondersom (linkerhand linkerknie en rechterhand rechterknie / of gekruist). Houd 10 tellen vast en herhaal 10x.
- Staand en houd bijvoorbeeld het aanrecht vast: 10x je linkerbeen gestrekt zijwaarts bewegen - hierbij wijzen je tenen goed naar voren en blijft je romp rechtop - en ook 10x je rechterbeen.
- Deze oefening kan in ieder positie – lig, zit, staand: Navel intrekken bijvoorbeeld tijdens ‘wacht’ momenten (in de rij voor de kassa, als je voor het stoplicht staat, als je naar het journaal kijkt, enz.). Let op: niet je adem inhouden! Probeer deze positie zolang mogelijk vast te houden.
- In zit bijvoorbeeld tijdens je werk of zittend op de bank: Wel een actieve zit – dus twee voeten op de grond op heupbreedte en los van de rugleuning. Nu buik en billen 10 tellen aanspannen en hierbij ook door blijven ademen, 5-10x herhalen.
- Sta in een lichte spreidstand: Squat of lotus squat – houd je voeten plat op de grond (en je navel ingetrokken), je armen gestrekt naar voren, zak zover mogelijk door je knieën - hierbij komen je knieën niet voorbij je voeten en je billen mogen tot voorbij je knieën zakken, en kom weer omhoog, herhaal dit 10x; Bij de lotus squat leg je je ene voet boven je knie op je andere been.
- Sta op twee voeten op heupbreedte: doe de ‘Langlauf’ - Ga op je linkerbeen staan, het andere been zwaai je rustig zover mogelijk naar voren en naar achteren. Houd hierbij je romp stabiel! En zwaai eventueel met je armen mee. 10x links en 10x rechts.
- Ga een voetlengte voor een liefst gladde muur, of eventueel deur, staan met je benen in een lichte spreidstand: Doe de ‘Muurzit’ – steun je gehele rug tegen de muur en zak hierbij door je knieën (hoe dieper hoe zwaarder), houd hierbij je navel ingetrokken en span je billen aan. Probeer dit 30 sec. vol te houden en herhaal 3x.
- Staan met voeten op heupbreedte: doe de ‘Lunge’ – zet een grote pas naar voren met je rechterbeen, zak vervolgens door je linker knie en houd deze net boven de grond hierbij komt je knie niet voorbij je tenen en houd je romp rechtop. Houd nu je schouders en ellebogen in 90 graden, draai een keer naar links en dan naar rechts en kom weer terug in de beginpositie, dan wisselen van been. Beide kanten 5x herhalen.
- Ga op een been staan: Hinkel 10x op je linker en 10x op je rechter been, mag op de plaats of vooruit – achteruit – links – rechts.
Deze drie systemen moeten zodanig met elkaar samenwerken dat ze op een veilige en efficiënte manier krachten kunnen overbrengen. Ieder systeem moet optimaal ontwikkeld worden, dan is er sprake van stabiliteit. Wanneer dit niet het geval is spreekt men van instabiliteit, wat tot klachten en blessures kan leiden.
Waarom CST / Wat is het doel van CST?
Het doel van CST is het doelgericht trainen van de juiste spieren voor het stabiliseren van het lichaam. Stabiliteit van de romp is een voorwaarde voor het goed kunnen bewegen, maar ook voor het lang kunnen volhouden van bepaalde houdingen. Alleen wanneer de romp optimaal functioneert, kunnen spieren elders in het lichaam ook optimaal functioneren.
Zowel bij houdingen als bij bewegingen gaat het erom dat de juiste spieren op het juiste moment in de juiste volgorde de juiste hoeveelheid kracht worden gebruikt. De dieper gelegen spieren van de romp, die het dichtst bij de wervelkolom zitten, moeten zorgen voor het juiste spier- en houdings¬gevoel (propriocepsis), de juiste spiercontrole en een goede coördinatie. Met CST worden juist deze belangrijke eigenschappen getraind.
Je kunt de trainingsopbouw vergelijken met een huis: Een huis wordt vanaf de grond opgebouwd en pas als de verdieping staat komt het dak erop. Bij fysieke training wordt vaak begonnen met het trainen van uithoudingsvermogen, kracht en snelheid (het dak), terwijl juist de basis, spiercontrole – propriocepsis en coördinatie, (de onderbouw) zo belangrijk is. Door de basis over te slaan is de kans op blessures en klachten op termijn groot. Het is nooit te laat om met CST te beginnen!
Hoe ziet CST eruit?
Je kunt CST inpassen in je reguliere training of je kunt het als aparte training doen. De methodiek bestaat uit drie oefenvormen.
Bij 2 en 3 moeten de individuele oefeningen goed uitgevoerd worden alvorens deze achter elkaar te doen! Om rompstabiliteit te trainen en in stand te houden wordt geadviseerd om minimaal 2x per week een trainingssessie te doen.
Een aantal oefeningen om dagelijks of wekelijks te doen:
Door het regelmatig uitvoeren van bovenstaande oefeningen zul je merken dat je sterker wordt in je romp en je dat je algehele houding verbetert. Hierdoor kun je beter en makkelijker lopen en je houd het langer vol. Bovendien voorkom je hierdoor ook nog blessures!!
" Dus............succes met het oefenen!!!!!!!!!!!!"
Joyce van de Kerkhof
fysiotherapeut, oedeemtherapeut en runningtherapeut bij Fysiotherapie ‘De Veste’ in Brandevoort
Blessurepreventie
Inleiding
In Nederland zijn er zo’n 1,4 miljoen mensen die hardlopen. Circa 400.000 van hen raken jaarlijks geblesseerd. Een derde daarvan moet medisch behandeld worden. Twintig procent daarvan komt bij de fysiotherapeut terecht en dat zijn ruim 500.000 behandelingen per jaar. De meeste blessures komen voor bij mannen tussen de 20 en 34 jaar oud. De meest voor-komende klachten zijn: 1. knieklachten. 2. achillespeesklachten. 3. klachten aan het scheenbeen.
Een aardig weetje daarbij is dat veldvoetballers nóg vaker geblesseerd raken dan hardlopers.
Belasting - belastbaarheid
Je lichaam is als een soort weegschaal, continu op zoek naar evenwicht tussen links en rechts, voor en achter. Hier zorgen o.a. spieren, pezen en banden voor. Een goede samen-werking tussen deze structuren noemen we coördinatie.
Je lichaam heeft een bepaalde belastbaarheid, dat is afhankelijk van je getraindheid. Dat wat je doet is je belasting. Ook belastbaarheid en belasting moeten met elkaar in evenwicht zijn. Je kunt als beginnende hardloper geen halve marathon gaan lopen zonder geblesseerd te raken. De belasting is dus duidelijk te hoog voor je belastbaarheid!
Door training en een goede opbouw hierin kun je je belastbaarheid stapje voor stapje naar een hoger niveau tillen. Hardlopen moet je dus leren. Verschillende onderdelen zijn hierbij van belang: loopscholing, spierkracht, lenigheid, coördinatie en core stability (romp¬stabiliteit). Door het verbeteren van al deze onderdelen kunnen al je systemen, zoals je spieren, pezen, banden, bloedvaten, hart en longen hieraan wennen, waarmee je zowel de duur als de intensiteit van je training kun verbeteren.
Hoe ontstaat een klacht?
Doordat je meer doet dan je op dat moment aankunt raak je uit balans! Soms ontstaat een klacht acuut, bijvoorbeeld een spierscheur, of soms geleidelijk aan, bijvoorbeeld alsof er heel veel druppels in een emmer komen en dan ineens loopt de emmer over. “Je bent zo sterk als je zwakste schakel”
Hoe klachten voorkomen?
- Goede trainingsopbouw.
- Goede warming up: warme spieren kunnen meer aan.
- Goede schoenen / kleding.
- Goede looptechniek d.m.v. loopscholing.
- Voldoende kracht, lenigheid, core stability, coördinatie.
- Aan het einde van de training een cooling down.
- Goede voeding / voldoende drinken.
- En: loop lekker in je eigen tempo, geniet ervan!
wat moet je doen als je toch een klacht krijgt?
Luister naar je lichaam, vertrouw op je gevoel. Voelt het pluis of niet pluis! Krijg je ergens tijdens of na de training last van en deze pijn verdwijnt weer vanzelf als je stopt met de activiteit, kun je doorlopen. Heb je de volgende dag nog pijn, pas je training dan aan qua duur of intensiteit.
Blijft de pijn langer duren en voel je het ook in je algemene dagelijkse leven, train dan een paar weken niet en ga lekker fietsen, zwemmen of wandelen. Duurt het langer dan 2-3 weken ga dan naar de huisarts of fysiotherapie!
Indien je na een tijdje weer opnieuw gaat beginnen met hardlopen, start dan weer een niveau lager of train eerst een paar keer alleen voordat je weer met een groep meegaat.
Joyce van de Kerkhof
fysiotherapeut, oedeemtherapeut en runningtherapeut bij Fysiotherapie ‘De Veste’ in Brandevoort
Zweepslag
Wat is het?
Zweepslag is een spierscheur(tje). Het kan in principe in iedere spier voorkomen, maar bij hardlopers meestal in de kuitspier (musculus triceps surae, bestaande uit de oppervlakkige dubbelkoppige m. gastrocnemius en diepe m. soleus).
De signalen
Bij een afzet met lopen of springen ontstaat er een plotselinge scherpe pijn, alsof je een klap met een zweep tegen de kuit krijgt (vandaar ook de naam). Meestal ontstaat de scheur aan de binnenzijde van de kuit. Ook kan hij blauw en dik worden, dan zijn er kleine bloed- en/of lymfevaatjes beschadigd. Op de plaats van de scheur kan een voelbare of zelfs zichtbare gleuf ontstaan. Er is een bewegingsbeperking: optrekken van de voet, wandelen, op de tenen staan, huppen, rennen, springen zijn meestal onmogelijk of met heel veel pijn.
De oorzaak
Als de belasting te hoog is of de belastbaarheid te laag, dus als de balans tussen wat je doet en wat je lichaam aankan verstoord is! Bijvoorbeeld bij een plotselinge grote belasting, een te koude spier die niet is voorbereid op grote activiteit (zonder of te korte warming-up), een te snelle of intensieve trainingsopbouw, een eenzijdige trainingsopbouw, vermoeidheid, kou en vochtige omstandigheden (als het vriest in een korte broek!), als er na een inspanning geen cooling down wordt gedaan.
Mogelijkheden om zelf de klachten te verminderen
Het herstel verloopt in 5 fasen. Afhankelijk van de ernst duurt het ongeveer 4-6 weken voor de spier weer hersteld is.
Fase 1: de eerste 48 uur. Zoveel mogelijk zwelling voorkomen, omdat dit extra pijn geeft en het vertraagt het herstel -> RICE: Rust (wel onbelast wat bewegen, lopen met krukken), Ijs (koelen om zwelling te voorkomen), Compressie (tegendruk dmv een zwachtel voorkomt zwelling), Elevatie (been omhoog leggen- geeft rust en voorkomt zwelling).
Fase 2: na 48 uur is de pijn wat gezakt. Je kunt kleine stukjes lopen mbv een kruk of stok, de pijn mag niet toenemen. Binnen de pijngrens rustige onbelaste oefeningen.
Fase 3: dag 4-8. Langzaamaan de spier op lengte brengen dmv rekken en strekken, wandelen- ieder uur 5 minuten langzaam en de voet goed afwikkelen. Proberen met beide benen op de tenen te staan, ieder uur en niet te hoog en na de oefeningen RICE.
Fase 4: 2e-3e week. Normale activiteiten hervatten, nog niet intensief sporten maar bv. fietsen of zwemmen om de conditie weer te verbeteren. Activiteiten mogen geen pijn doen.
Fase 5: hervatten van sport en training. Langzaamaan en let op de juiste dosering/belasting!
Oefeningen, tips en adviezen
- Doordat de genezing verloopt d.m.v. littekenweefsel dat zwakker is en trekt, kan er op dezelfde plek opnieuw een scheur optreden. Niet te snel verder gaan met oefenen, niet teveel trek erop zetten, goed op rek laten genezen, blijven rekken. Geen haast met het herstel maar rustig opbouwen!
- Wanneer je blessure over is en je gaat weer beginnen met hardlopen let dan vooral goed op de juiste belasting. Dus start dan bv. een groep lager en /of minder vaak in de week.
Verloopt je herstel niet zoals hierboven beschreven, neem dan contact op met de huisarts of de fysiotherapeut!
Tot slot
- Heb je een blessure waarover je meer wilt weten of die je wilt voorkomen, stuur dan een mailtje naar info@lopersgroepbrandevoort.nl en we zorgen dat jouw vraag een volgende keer aan de beurt komt.
fysiotherapeut, oedeemtherapeut en runningtherapeut bij Fysiotherapie ‘De Veste’ in Brandevoort
Ischialgie ofwel Ischias
Wat is het?
Een vervelende rugpijn die begint in de rug en via de bil in het been kan uitstralen. Klachten ontstaan door druk op de nervus ischiadicus, de (hoofd)zenuw die ter hoogte van het gewricht bekken/onderrug ontspringt en het been inloopt. Een overbelasting van dit sacro-iliacale (SI-)gewricht kan ischias tot gevolg hebben. Vaak als gevolg van niet goed functionerende bekken (of SI-) banden door overbelasting of zwangerschap of de “zijbilspieren” die niet sterk genoeg zijn ofwel de musculus gluteus medius. De balans in de bekkengordel is verstoord. De Core Stability schiet tekort!!
De signalen
Pijn in de onderrug, bil of billen, langs de bekken rand(en). Stijfheid, stekende of zeurende pijn. Kan verergeren tijdens zitten, lang staan en slenteren. Kan eventueel tintelingen geven in de benen. Bij iedere stap zak je als het ware een beetje door je standbeen.
Mogelijkheden / oefeningen om zelf de klachten te verminderen
Herstel van de Core Stability van de bekkengordel door trainen van de bil-, beenspieren en vooral ook de buikspieren. Bijvoorbeeld zet je handen op je bekkenranden en ga op 1 been staan – span hierbij ook je buik- en bilspieren aan en zorg hierbij dat je handen op dezelfde hoogte blijven (de hand van je ‘losse’ been mag niet wegzakken) probeer dit 60 seconden vast te houden en zo ook de andere kant. Als je het goed doet kun je deze oefening iedere dag tijdens het tandenpoetsen doen – dus 2x per dag ieder been 1 minuut.
Tips en adviezen
Let vooral goed op je houding in het algemeen dagelijks leven: staan ‘op 2 benen’ dus niet op 1 been hangen; niet met de benen over elkaar zitten. Lopen zonder met ‘de billen te schudden’ (dus niet zoals een mannequin!) houd je bekken stabiel. Wanneer je blessure over is en je gaat weer beginnen met hardlopen let dan vooral goed op de juiste belasting. Dus start dan bv. een groep lager en /of minder vaak in de week. En blijf op je Core Stability letten!!
- Gaan de klachten na deze tips niet over, neem dan contact op met de huisarts of de fysiotherapeut!
Tot slot
Heb je een blessure waarover je meer wilt weten of die je wilt voorkomen, stuur dan een mailtje naar info@lopersgroepbrandevoort.nl en we zorgen dat jouw vraag een volgende keer aan de beurt komt.
Joyce van de Kerkhof
fysiotherapeut, oedeemtherapeut en runningtherapeut bij Fysiotherapie ‘De Veste’ in Brandevoort
Hielspoor of peesplaatonsteking (fasciitis plantaris)
Wat is het?
Een overbelasting van de musculus plantaris, een spier die loopt vanaf de hiel tot de tenen. Bij langer bestaande klachten kan er een kalkafzetting bij de aanhechting aan de hiel ontstaan, wat ook aantoonbaar is op een röntgenfoto.
De signalen
Pijn, stekend gevoel, stijf of gespannen gevoel onder de voet of bij de hiel. Pijn bij (hard)lopen vooral in het begin en vooral ’s ochtends of na langere tijd stilzitten. Het kan ook pijn geven bij het autorijden. Het kan de ene dag erger zijn dan de andere.
Mogelijkheden om zelf de klachten te verminderen
Bij alle overbelastingsklachten aan de benen geldt ‘RADIJS’ = Rust (relatieve rust – doe niet teveel), Altijd hoog leggen (leg iets onder je matras waardoor het voeteneinde ong. 10 cm hoger wordt), Druk (tegendruk door bv. een tubegrip om zwelling te voorkomen) en IJS (max. 10 minuten en nooit op de blote huid, dit zou je de eerste dag om de 1-2 uur kunnen herhalen). Het is ook belangrijk om de trainingsintensiteit en/of duur te verminderen – dus minder vaak en minder lang hardlopen.
- Belangrijke Tip: herken en vooral erken de klacht op tijd, want bij alle overbelastingsklachten geldt: hoe langer een klacht bestaat hoe langer het duurt voor het over is met het gevaar dat er een chronische = blijvende klacht blijft bestaan!!
Oefeningen, tips en adviezen
Rekken van de kuitspier: voorvoet op een traptrede zetten en langzaam omlaag zakken tot je rek op de kuit voelt dan weer omhoog komen. Rekken van de m. plantaris: met een gestrekt been - liggend op de bank bv een handdoek om de tenen en deze naar je toetrekken; of je tenen pakken en dan deze omhoog trekken - je voelt dan echt de rek onder je voet. Wat ook goed is om je voetzool te masseren - zorgen voor een betere doorbloeding van de spier, wat herstel stimuleert. Dit kun je doen door over een golf- of tennisbal te rollen met je voetzool, van je tenen tot je hiel laten verplaatsen. 1-2x per dag 10 minuten 'te masseren' met een balletje en 3-4x per dag 10x5 tellen te rekken.
Bedenk ook waardoor de klacht gekomen kan zijn? Slechte of oude schoenen, geen demping, overgewicht, korte kuitspier, veel/lang staan, holle of platvoet, meer of langer gaan lopen? Probeer zo het probleem dus bij de oorzaak aan te pakken door hierin iets te veranderen. Wanneer je blessure over is en je gaat weer beginnen met hardlopen let dan vooral goed op de juiste belasting; Dus start dan bv. een of twee groepen lager, en niet meteen op je oude niveau en/of minder vaak in de week. De kans dat je opnieuw overbelast en weer dezelfde klacht terugkrijgt is heel groot!!
- Gaan de klachten na deze tips niet over, neem dan contact op met: de huisarts, de fysiotherapeut of een podotherapeut!
Tot slot
Heb je een blessure waarover je meer wilt weten of die je wilt voorkomen, stuur dan een mailtje naarinfo@lopersgroepbrandevoort.nl en we zorgen dat jouw vraag een volgende keer aan de beurt komt.
Joyce van de Kerkhof
fysiotherapeut, oedeemtherapeut en runningtherapeut bij Fysiotherapie ‘De Veste’ in Brandevoort